vrijdag 27 juli 2012

Kerstmis onder water

Eind juli 2012 een week verbleven in Agay  (Zuid-Frankrijk). We (Chrisje en ik) hebben er een hele reeks prachtige duiken gedaan. Maar de namiddagduik van vrijdag 27 juli 2012, in de regio Agay, zal voor altijd in mijn geheugen gegrift blijven, vooral de wand die overweldigend begroeid was met struiken zwart koraal. De poliepen van het zwart koraal stonden mooi open zodat het leek op de struiken wit zagen van de rijm, sneeuw of vorst. Een echt sprookjesachtig winterlandschap leek het wel daar onder water. De wand begon op een diepte van ongeveer 55 m en tot ongeveer 70 m diepte niets anders dan witte struiken zwart koraal.

Zwart koraal behoort tot de 6-stralige koralen (Hexacorallia), waartoe ook de steenkoralen en zeeanemonen behoren. Binnen de Hexacorallia worden de zwarte koralen ingedeeld in een aparte familie: Antipathidae (kolonievormend doornkoraal). De (witte) poliepen hebben altijd zes ongeveerde tentakeltjes, dit in tegenstelling tot de Octocorallia (de 8-stralige koralen) waarvan de poliepen acht gevederde tentakels hebben. Anders dan de meeste andere koralen bestaat het skelet van zwart koraal niet uit kalk maar uit keratine (hoorn), waar ook onze nagels en haren van gemaakt zijn. In de Middellandse Zee kan men op grote diepte (> 50 m) zwart koraal (Antipathes subpinnata) aantreffen. Het is een schaduwminnende zeldzame soort, groot, rechtopstaand, struikvormig, sterk vertakt tot 2 meter hoog en stevig met het substraat vergroeid. De assen ('takken') van het zwart hoornachtig en onverkalkt skelet is bezet met fijne doorntjes (tot 0.1 mm lang) en met een dunne zachte schors overtrokken. De poliepen zijn klein, wit en hebben 6 dikke ongeveerde tentakels. Ze vormen een gezamenlijke kolonie en staan via een gemeenschappelijk weefselmassa (coenosarc) met elkaar in verbinding.
Zwart koraal stelt hoge eisen aan de standplaats, vooral wat betreft stroming en voedselaanbod. De poliepen zijn van gescheiden geslacht, maar in dezelfde kolonie kunnen zowel mannetjes als vrouwtjes voorkomen. De kolonie wordt langs ongeslachtelijke weg door knopvorming verder opgebouwd. Ze voeden zich met zeer kleine planktonorganismen.